Zeg UVV ’40 en je denkt aan Sjoerd Den Dekker (30) en Rolf Snepvangers (31). Dit duo speelt namelijk al ruim 25 jaar bij de club uit Ulvenhout en al zeker vijftien jaar in het eerste elftal. Nu 2020 nadert, denkt het tweetal hardop na over stoppen. Voetbalinbreda.nl reed naar sportpark Jeugdland om eens goed bij te praten met de sympathieke routiniers.
Den Dekker (foto, links) en Snepvangers (foto, rechts): samen opgegroeid in Ulvenhout, waar ze al voetballend op het speelplein van basisschool de Rosmolen hun basis legden voor een rijke loopbaan bij de groene vereniging in het Bredase dorp. Rond hun vijfde jaar zetten ze hun eerste pasjes al op de velden. Op de vraag of ze alle hoogste jeugdteams hebben doorlopen blijkt het antwoord simpel: “Meestal was er maar één jeugdelftal, dus het was niet zo moeilijk”, lachen de twee in koor. “Maar we hebben wel altijd als tweedejaars een vervroegde stap gemaakt naar de hogere leeftijdscategorie.” Gaat U eens na: in Breda worden rond 15 juni jaarlijkse honderden transfers gemaakt, maar Den Dekker en Snepvangers hebben nooit voor een andere club gespeeld. Clubliefde bestaat nog, hoera.
Snepvangers stond op zijn zestiende al in het eerste te ballen en Den Dekker op zijn vijftiende, al probeerde hij het jaren geleden nog wel bij Baronie, maar verder dan drie weekjes in het tweede elftal kwam hij niet. Samen maakten ze werkelijk van alles mee bij The Boys in Green. Spelers, trainers, zij hebben ze allemaal zien komen en gaan. “Vooral gaan”, zegt Den Dekker. “Uiteindelijk is het altijd de vaste kern van Ulvenhoutse jongens geweest die hier de selectie hebben vertegenwoordigd.” Snepvangers: “Hoe vaak hebben we niet meegemaakt dat er nieuwe spelers arriveerden hier en de trainers vertelden dat ze altijd op een hoog niveau hadden gespeeld. Bleken ze er niks van te kunnen, of binnen drie maanden alweer weg te zijn. Het leek altijd alsof er nieuwe sterspelers kwamen in de voorbereiding, maar wij hadden het vaak na een training al gezien, haha.”
Den Dekker herinnert zich nog ene Theo, terwijl Snepvangers nog kan schaterlachen om Christos. “Ja, dat was prachtig. Die kwam nieuw bij ons, het was een Griek. Echt zo’n mooie voetballer. Liep hier allemaal trucjes te doen tegen die grote kerels en lag een paar seconden later op de grond na een flinke beuk.” Samen hebben ze echter ook kanjers meegemaakt. Op de vraag wie de beste speler is met wie ze bij UVV hebben gespeeld klinkt het redelijk eensgezind. “Derek Bryson, een grote sterke vleugelspeler, die daarna naar Oosterhout vertrok. Die was echt goed. En natuurlijk Jonathan van Eerd, die ons deze zomer verliet voor een stap hogerop bij Almkerk”, zegt Den Dekker.
“We missen hem hier nog steeds. Dankzij hem hebben we het moeilijk dit seizoen. Zijn goals waren goud waard voor ons en ook op de training is er minder intensiteit. We hebben vaak elkaar het leven zuur gemaakt op de training, dat we elkaar wel een klap wilden verkopen. Dan kapte ik hem uit, werd hij helemaal gek, trapte hij mij naar de grond. Dat was geweldig. Hij trainde echt voluit, net als ik. Ik snap wel dat hij hoger is gaan voetballen. Sterker nog, ik heb het hem zelf geadviseerd maanden terug toen we het erover hadden”, geeft Den Dekker toe. Snepvangers is het met hem eens: “Van Eerd was echt één van de beste teamgenoten die ik hier heb gehad.”
Voor Snepvangers nog een vraag over trainers. Welke coach kon hem het meest bekoren in al die seizoenen? “De trainer met wie ik het meeste had was Joey Verhoeven. Onder hem zijn we van de vijfde klasse naar de derde klasse gepromoveerd. Als ik kijk naar het totaalplaatje, op en naast het veld, dan is hij mijn favoriet. Vooral het jaar dat we van de vierde naar de derde klasse promoveerden herinner ik me als het mooiste jaar ooit.” Den Dekker heeft een andere voorkeur voor oefenmeesters. “Dennis Braspenning, dat was mijn favoriet. Maar Johan Gabriëls ook.” Snepvangers: “Ja, Johan is echt een goede trainer. Organiseert buiten de trainingen om ook leuke dingen.” Den Dekker: “Zo houdt hij altijd een uitreiking voor de beste speler en voor de pechvogel en zo in de kantine, dat is top.” Den Dekker zegt het niet voor niets, want hij won de afgelopen twee seizoen de prijs voor ‘beste UVV’er’.
De trainer met wie ze het minst hadden al die jaren is voor beiden Hans Feskens. Een prima gozer, maar de klik hadden Den Dekker en Snepvangers niet met de oefenmeester. Als we meer de actualiteit bespreken, komen een aantal verrassende ontboezemingen naar voren. In het laatste deel, te lezen aanstaande vrijdag, vertellen ze waarom ze denken over stoppen en wat ze dwars zit.
Dit was dus deel 1 van het interview. In het volgende deel bespreken beide heren hun nabije toekomst, het naderende kuntgras en nog veel meer.
0 reacties