Zoals U gewend bent van onze hoofdredacteur verschijnt er met enige regelmaat een column. Ook dit seizoen weer. Persoonlijke ervaringen in het voetbal, gedeeld zonder zout.
Met pijn in mijn hart heb ik deze week afscheid moeten nemen van mijn kleine ‘grote’ voetbalvriend Peter van Peer. Toen ik als jeugdspeler en puber bij FC De Geeren speelde en richting de senioren koerste was één ding helder. Ik werd gescout door NAC, had talent, maar bleef toch bij mijn cluppie. Vond het allemaal maar eng al die ‘professionele’ trainingen. Op sportpark de Wisselaar was het veel leuker. Ons team bestond uit veel talent en er waren spelers die ook door NAC werden gescout toen we richting de B- en A-jeugd groeiden. Maar we hadden ook een lastig team. Veel haantjes, veel culturen en als je uit Breda-Noord komt weet je dat je geen JEKA-beleving krijgt als je trainer werd van ons. Tegenspraak, agressie, koppigheid en al dat soort puberale acties: niks was ons vreemd.
Maar op één dag kwam er een gozertje, let op, dit zeg ik wel degelijk met respect, het trainingsveld opgerend. Onze nieuwe coach. Kleiner dan het gros van onze selectie, maar ongelooflijk invloedrijk op ons doen en laten. Zijn naam was Peter van Peer. Hij was absoluut niet bang om tussen ons ‘gangsterensemble’ te bewegen. Hij was strikt, straight en soms streng. Maar ook begripvol. Na de eerste week hield iedereen al van hem. Alhoewel hij al in de veertig was, wij late tieners konden slechts dromen van zijn conditie en fitheid. En zelf kon hij ook nog een aardig balletje trappen. Een echte bijter, loper en organisator op het middenveld. Hij liet ons met respect voetballen en voelde als een vaderfiguur. Althans, ik spreek voor mezelf, maar kan me niet voorstellen dat mijn ex-ploegmaten dit ontkennen.
Ik ben een schrijver pur sang, dus ik duw mijn verdriet en frustraties op mijn toetsenbord. Hoe meer ik aan hem denk, hoe meer dingen er opkomen. De fameuze polderloop, wie is die nou vergeten? We begonnen aan de Terheijdenseweg en sjokten zo die brug over, dwars door de polder richting Breda-Noord en terug naar ons knusse complexje. Ik was eigenlijk de prima donna van het team. Had de beste trap van de selectie, stond in de spits en scoorde altijd het meest van iedereen. Lopen was niet echt mijn ding, maar dankzij hem begon ik het te waarderen. De eerste keer liepen ze allemaal weg: Danny Verstijlen, Rejason de Windt, Son Martina, Ludwig Nivillac, etc. Ik bleef na een kilometer met steken in mijn zij achter. Het was donker, koud en ik was al kapot. Een kleine gozer met een zaklamp stopte.
Wie denk je? Peer! Hij leerde me ademhalen in nood, nam me op sleeptouw en hielp me. Een maand later kwam ik als tweede aan bij ons complex, zo fit werd ik. Ik weet ook nog dat zijn zoon, huidig Bavel-keeper Glenn van Peer, bij onze afwerkoefeningen mee mocht doen. Knulletje was amper 11 jaar oud, maar bleek een keeperstalent. Ik weet niet of ik toen B- of A-jeugdspeler was, maar ik nam hem zoals ik altijd bij doelmannen deed onder vuur. Hij probeerde een bal te stoppen, maar brak bijna zijn hand of pols. Ik had medelijden, maar Peter van Peer was niet boos op mij. Ook niet op Glenn, hij begreep dat je sterk moest blijven. Dat het een risico was dat je voor lief moest nemen. Ook de avondjes in de kantine blijven me bij. Peter introduceerde mijn boezemvriend Verstijlen en mij de beruchte ‘Trappist’.
Een sterke donkere biersoort, aangevuld met limonadesiroop. Ik dronk nooit en ben sowieso geen groot fan van alcoholische versnaperingen. Maar dat was toch verdomd lekker! En ik werd er ook nog eens draaierig van. Allemaal prachtige momenten, die me altijd bij zullen blijven. Toen FC De Geeren failliet ging zagen we elkaar nog steeds, maar natuurlijk niet drie keer per week, elk jaar. De laatste jaren stonden we regelmatig langs de lijn. Peter was een voetbaldier van de bovenste plank. Samen lekker ouwehoeren over de wedstrijd, natuurlijk grappen en grollen. De kleine dingetjes in het leven waarvan je pas doorhebt hoe je ze mist als ze er niet meer zijn. Blijkbaar zijn wij mensen zo geprogrammeerd dat we eerst die keiharde klap op onze kin moeten krijgen, voor we alles waarderen.
Zijn ziekte van de afgelopen tijd leek hij te gaan overwinnen. Ik schreef nog een column voor hem, als mentale steun. Vorige week kreeg ik, nadat ik hem al lange tijd niet meer gezien had, het bericht dat Peter de strijd op ging geven. De blessuretijd was snel weggetikt en hij was op. Een pijnlijk, maar moedig besluit. Het meest intense wat ik me voor kan stellen op deze planeet. Ik heb hem een bericht gestuurd, terwijl ik veel te emotioneel ben voor zulke hartenkreten. Het was een kort bericht, maar oprecht. Ik vond mezelf veel te klein om zoiets intens te doen. Maar zijn zoon zei me dat hij er blij mee zou zijn. Ik schaamde me bijna om iets te sturen, kunt U zich dat voorstellen? Zo’n lieve, mooie, leuke man. Niet eens de pensioensgerechtigde leeftijd bereikt en dan al moeten gaan. Het voelt zo rot om dat te beseffen.
Ik denk aan zijn lieve vrouw, aan Glenn, die ook lief is. En uiteraard aan zijn andere kinderen die ik nooit ontmoet heb. Ik zeg tegen jullie: gecondoleerd en het moet een voorrecht geweest zijn om Peter als vader te hebben en als echtgenoot. Tegen de clubs waar hij werkzaam was als coach, leider of waar hij gespeeld heeft zeg ik dit: houd zaterdag en zondag een minuut stilte. Een minuut stilte voor een vreselijke ziekte, waar iedereen of in zijn omgeving wel mee te maken krijgt. Een minuut stilte voor het feit dat het Bredase voetbal een parel is verloren, op veel te jonge leeftijd. Een minuut stilte voor een zeer talentvolle doelman, die furore maakt met Bavel de laatste jaren. Een minuut stilte voor iedereen die een dierbare is verloren. Een minuut stilte voor Peter van Peer, mijn beste trainer allertijden.
0 reacties