Datum: donderdag 14 oktober 2021, 13:43 - Auteur: Mica de Montigny

Romano Rijndorp (15): TVC Breda-talent met profdroom

Hij is pas 15 jaar, maar scoorde al doelpunten in het eerste van TVC Breda dit seizoen. Romano Rijndorp (foto), spreekt met Voetbalinbreda.nl over zijn drukke voetballeven en zijn grote ambities.

Hij is misschien wel de belichaming van het nieuwe jeugdige TVC Breda. Met zijn vijftien jaar stond hij vorige maand in de bekerpoule, die succesvol werd voltooid met de eerste plek, al drie keer in de basis en toen hij tijdens de eerste speelronde van de zondag vijfde klasse A ook een doelpunt scoorde na zijn invalbeurt was het duidelijk. Rijndorp is er één om in de gaten te houden. Iets wat enkele jaren terug ook al gaande was bij profclubs als NAC Breda en Willem II. “Maar toen viel ik af helaas”, vertelt de linkspoot, die de teleurstelling al gauw verwerkte.

“Mijn droom is nog steeds om profvoetballer te worden. Of ik er een tijdslimiet aan heb verbonden? Nee, daar denk ik niet zo over na, maar ik besef wel dat als ik een jaar of 21 ben het wel moeilijk zal worden als het dan nog niet is gelukt. Maar voor nu wil ik lekker plezier hebben en mezelf ontwikkelen. Dat kan ik bij het eerste elftal hier bij TVC Breda en dat gaat tot nu toe goed.” En hoe, inmiddels scoorde hij al twee goals en is hij het grootste talent van sportpark Kwakkelhut. Veelzeggend was de wedstrijd thuis tegen SVG (3-1-winst, red.) van een paar weken geleden. Bij een 2-0-stand kreeg de club uit Tuinzigt een penalty en een ervaren speler gunde de bal aan Rijndorp.

Kenmerkende voor de puber is dat hij uiterst koel is. Nervositeit komt niet in zijn woordenboek voor. Net zo nuchter en realistisch als hij een gesprek voert tijdens het interview, trapt hij de bal van elf meter in het zijnet. Een doelpunt waar alle rust vanaf straalt. Geen zenuwen, een zuivere trap en succes. Zijn huidige situatie vergt overigens wel veel energie. Rijndorp legt het allemaal uit, terwijl zijn ploegmakkers van ‘1’ zich al aan het opwarmen zijn voor de training van 20:30 en hij zelf net klaar is bij zijn ‘leeftijdsgenoten’.

“Ik train eerst altijd met mijn team (JO – O17) en daarna met de selectie. Dus twee trainingen op dinsdag en twee trainingen op donderdag. Op zaterdag speel ik met mijn team mee en dan op zondag met het eerste. Het is soms wel vermoeiend, maar het is leuk, dus het gaat nog goed, al heb ik soms wel wat last van mijn been”, lacht de jongeling. Een definitieve keuze hoeft hij nog niet te maken, maar feit is wel dat hij slechts vijftien duels met het eerste mag spelen. Dan mag hij dus nog maar voor één team spelen. “De uitdaging in het eerste is groter.”

“In de ‘Onder 17’ gaat het me vaak te makkelijk af. Maar wat ik al zei, ik geniet eerst van al het voetballen en dan zie ik na die vijftien duels in het eerste wel wat er gaat gebeuren. Ik wil goed spelen en dan hopen dat ze me zien”, benadrukt hij nogmaals dat hij droomt van het spelen bij een profclub. Voor nu is het echter de club uit Tuinzigt, waar hij al sinds de pupillen rondloopt, wat de klok slaat. Getraind door zijn vader (Johan Rijndorp, red.), Kevin Faas en Nijs Kivits zijn ook de ambities voor dit seizoen kraakhelder te noemen.

“We hebben echt een goede en jonge groep die al lang bij elkaar speelt. We kunnen allemaal goed met elkaar overweg en dat helpt ons ook in het veld. Hoe het is dat mijn vader mijn trainer is? Daar merk ik echt niks van in het veld. Ik word niet voorgetrokken ofzo, anders stond ik de eerste competitieduels wel in de basis en dat stond ik dus niet. Ik vind het prima dat ik rustig wordt gebracht. Er zijn veel goede spelers, dus dat is prima. Wij willen promoveren, daar moeten we voor gaan”, aldus de linkspoot, die zijn favoriete positie de nummer 10 noemt.

Daar maakt hij liever een doelpunt, dan dat hij een assist geeft, als hij desgevraagd zou moeten kiezen. “Dat geeft het allerbeste gevoel uiteindelijk.” Over zijn skills is in ieder geval ook Guust Smit onder de indruk. De clubman pur sang, die al 62 jaar rondloopt bij zijn ‘TVC’, heeft tussen het opruimen door even de tijd om het trainingsveld te bezoeken. Terwijl hij over omheining leunt, met uiteraard een sigaar tussen zijn lippen, roept hij ‘da’s unne goeie, die komt er wel’. Hij wijst naar Romano Rijndorp. De koploper van 5A heeft ontegenzeggelijk de toekomst.