Datum: donderdag 3 maart 2022, 23:47 - Auteur: Mica de Montigny

Tonie Snoeren (37): een sierraad in de SAB-collectie

Hij loopt al drie decennia rond op sportpark Ruitersbos en is ‘still going strong’. Tonie Snoeren (foto) is gek op SAB en vice versa. Voetbalinbreda.nl onthult het verhaal rondom de geblesserde spelmaker van de Sint Anna Boys, die hoopt nog afscheid te kunnen nemen op het veld dit seizoen.

Als kleine jongen doorgroeide Snoeren de gehele opleiding van de zwart-witte volksvereniging en het was op zijn zestiende levensjaar dat hij debuteerde in de hoofdmacht van SAB. Hij maakte er mooie successen mee, bij een club die destijds nog iets beter op de kaart staat dan tegenwoordig. Hij speelde samen met illustere namen als Roy Mertens, Stefan van der Linden, zijn broer Jorg Snoeren en tijdens zijn debuutjaar zelfs nog met Wilco Adriaanse en Jack Bongaards en Michael Giesbergen. “Ik ben echt al oud”, lacht Snoeren. Zo oud wellicht al, dat hij de club zag veranderen. “We hadden vroeger een hele goede jeugdafdeling en speelden elk jaar, waar je ook speelde, Landelijk of Hoofdklasse, de goede oude tijd. Vroeger ging bijna iedereen uit Tuinzigt naar SAB en hadden we echt elk seizoen goede voetballers. SAB is enorm veranderd ten opzichte van vroeger.” Snoeren wil niet in de ‘vroeger was alles beter’ sferen spreken, maar hij kent de club al ruim dertig jaar en ziet dat er veel verschillen zijn. Ergens baalt hij, maar acceptatie is een must natuurlijk.

“Waar we vroeger twee tot drie jeugdelftallen hadden per generatie, hebben we nu soms geen jeugdelftallen ertussen en dat is enorm zonde. De laatste anderhalf jaar merk ik wel dat er wel weer meer animo begint te komen, dus hopelijk trekken we de lijn door. Wel merk ik een generatiekloof ten opzichte van bijvoorbeeld tien jaar geleden. Nu zie je snel dat jonge gasten eerder voor een vriendenteam kiezen dan bijvoorbeeld de strijd aan gaan voor het eerste elftal of de selectie. Dat kan in de toekomst een groot verschil gaan maken. Ook qua gezelligheid na afloop is het wel wat anders dan toen. Nu hebben we een select groepje van continu vijf of zes man die er meestal altijd zijn na de training of de wedstrijd. Voorheen was dat altijd bijna heel ons team. Natuurlijk heb je tegenwoordig meer afleiding dan toen, maar vind voor het teambelang dat het belangrijk is om even te blijven, al is het maar een half uurtje.” Het moge duidelijk zijn: Snoeren is er één van de oude stempel. Voor hem is het een eer om het tricot van het eerste te dragen en de gezelligheid te ervaren in het clubhuis.

Mislukte avonturen in Etten-Leur en België en een ‘stop’ van zeven jaar

Overigens probeerde de aanvallend ingesteld voetballer, altijd acterend op nummer 10, het nog heel even elders. Een geslaagd avontuur vond hij echter niet. “Ik heb kort gespeeld bij Unitas ’30 en bij Meer in België, maar ik was zo verknocht aan SAB dat ik eigenlijk nergens kon wennen.” En dus beleefde hij zijn mooiste seizoen bij SAB. Als er hem naar gevraagd wordt, verschijnt er nog steeds een glimlach van oorlel tot oorlel. “Mooiste seizoen? Voor mij persoonlijk is toch wel het seizoen dat we kampioen werden in de vierde klasse en promoveerden. Een rol in de zondag derde klasse, daar hebben we voor SAB toen wel geschiedenis geschreven, want het was nooit voorgekomen. Trainer Jack Beusenberg was een hele goede trainer en wij waren allemaal van die gasten met een grote smoel, maar elke training was volle bak en we waren echt een team en voetbalden fantastisch”, kan hij zijn enthousiasme maar moeilijk onderdrukken. Ook alle namen van destijds ratelt hij moeiteloos op uit zijn hoofd.

“Danny Pas, Kevin Faas , Christiaan Vergouwen, Stefan van der Linden, ‘toen nog broekie’ Joris van de Lande, Younes Benkaddour, Bart Oomen, Benjamin Baljeu, Marco Van Helden, Maikel van Mook, Frank Hiemstra, Michael Clerx. Ik vergeet er vast nog een paar, maar het was een feest.” Toch ging het daarna hard bergafwaarts met SAB. Het leidde uiteindelijk een trieste aftocht in van Snoeren, die uiteindelijk voor maar liefst zeven jaar zou stoppen met voetbal, tot hij in 2019 werd verleid tot een bijzondere rentree. “Wij waren dus gepromoveerd naar de derde klasse bijna tien jaar terug en stonden stijf bovenaan tot daar wrevel kwam tussen het bestuur en de trainer destijds en toen is het seizoen erna iedereen bijna weggegaan. We zijn uiteindelijk nog vijfde geworden volgens mij. Daarna volgde een half jaar bij Unitas en nog een half jaar aansluitend bij Meer. Dat seizoen erna was SAB gedegradeerd met nul punten en voelde ik me verplicht om terug te gaan. Uiteindelijk zijn we toen met hangen en wurgen erin gebleven in de vierde klasse, daarna ben ik gestopt.”

Snoeren senior straks hoofdtrainer van SAB met Snoeren junior?

“Waarom ik zeven jaar ben gestopt? Het plezier was toen weg en die was terug gekomen toen ik mijn kleine zoontje Savi zag opgroeien en samen met hem aan het voetballen was in de tuin, toen dacht ik het kriebelt weer en het is wel leuk als Savi mij nog ziet voetballen. Toen kwam ik Max Wigman (destijds keeper) en topscorer Joris van de Lande tegen en die hebben uiteindelijk het laatste zetje gegeven voor mijn terugkeer.” Die terugkeer is zoals bekend door de vele Corona-onderbrekingen niet helemaal compleet, maar Snoeren is een baas. Met zijn voetbalintelligentie, ervaring en scorend vermogen is hij de beste speler van het huidige team van coach Martijn Malinka. Momenteel draait SAB echter belabberd en is het nog oppassen voor eventueel degradatienood. Snoeren kampt nu met een blessure, die hem de komende twee maanden aan de kant houdt. En daarbij heeft ook nog eens een knoop doorgehakt. Een ingrijpende knoop voor SAB. “Ik had aangegeven bij de groep en de trainer om na dit Seizoen te stoppen en ik hoop dat ik daar nog de kans voor krijg dit huidige seizoen.”

Daarmee doelt hij uiteraard of zijn revalidatie dusdanig verloopt, dat hij nog als aanvoerder binnen de krijtlijnen zijn laatste duels kan spelen in 4C. ” En daarna ga ik een elftal lager voetballen en draag ik het over aan de jonge gasten van het elftal. Mijn zoon moet het straks maar weer gaan doen over een aantal jaar, haha. Hij is pas 9, maar speelt al mee bij JO-11 en soms bij J)-12 een heeft meer talent dan ik gelukkig. Zeg nooit ‘nooit’, maar soms stribbelt mijn lichaam iets meer tegen dan vroeger en daarom wil ik er straks een streep onder kunnen zetten. Dan moet het wel goed gaan met SAB. Het kan inderdaad spannend worden. Gelukkig degradeert alleen de nummer 14 en de nummer 13 speelt nacompetitie, maar we moeten als team alle zeilen bij gaan zetten en proberen om de directe concurrentie punten af te snoepen, maar dat kan alleen als we als team werken. Hopelijk komt dat goed. Of ik trainer ga worden? Ik ben wel een type dat trainer wil gaan worden en hoor om me heen ook wel dat ze daar positief over zijn voor in de toekomst, dus ik denk het wel.”